Sluitertijd is de tijd die een camera nodig heeft om het beeld ( licht ) op de sensor van de camera op te vangen. Een te lange sluitertijd geeft een over belicht beeld een te korte sluitertijd geeft een te donker beeld.
De sluitertijd wordt ook wel belichtingstijd genoemd iedere fotograaf probeert de sluitertijd zo snel mogelijk te houden dat voorkomt bewegingsonscherpte en bevriest het beeld.
Bewegingsonscherpte ontstaat door beweging van je hand of omdat het object beweegt.
Tot welke sluitertijd kan je uit de hand blijven fotograferen nou dat is wel wat afhankelijk van je apparatuur. Veel moderne camera,s en lenzen maken gebruik van de zogenaamde “image stabilizer” techniek daarmee worden je handbewegingen gecorrigeerd in de lens of body.
Algemeen kan je als vuistregeltje gebruiken met een lens van 50 mm heb je een minimale sluitertijd van 1/50 seconde nodig. Een lens van 150 mm dan is 1/150 sec minimaal vereist kom je onder deze sluitertijd heb je een statief nodig. Al zijn de laatste jaren de “image stabilizer” in de lenzen sterk verbeterd is.
Maar soms wil je toch een sluitertijd hebben die bij het onderwerp past als voorbeeld :


Links de Lynx helikopter daarbij zie je dat er in de hoofd rotor en zeker bij de staart rotor er nog beweging in zit dan krijgt gelijk de indruk dat deze helikopter echt vliegt. Bij de Fokker 50 is dat veel minder de motoren lijken stil te staan en dat effect zie je als je sluitertijd voor deze foto dus te snel is geweest het geeft gelijk toch een vreemd beeld vind ik.
Lange sluitertijden kunnen ook een leuk effect geven de beroemde foto,s van snelwegen waarbij je lange lichtsporen ziet is een bekende.
Wat richtlijnen waar je wat aan hebt :
Sportfotografie – Bewegingen wil je bevriezen dan zit je op de 1/500 sec.
Dieren – Beweging wil je ook in dit geval bevriezen dus ook 1/500 sec.

Bewegende objecten ” Panning” – Het object scherp achtergrond onscherp doordat je de camera met het object mee beweegt bijvoorbeeld een fietser voor dit effect moet je op ongeveer 1/125 sec zitten. Vergeet niet je “image stabilizer” uit te zetten.
Architectuur – Je wilt het beeld bevriezen dus een snelle sluitertijd is gewenst en kiest een goed moment uit zodat het licht goed op de gevel valt anders krijg je al heel snel donkere stukken in de foto. Als voorbeeld het stukje dak tussen de twee torens van deze oude Oostpoort 16e eeuws in Delft.

Nachtfotografie – Begin met 8 seconden maar er zijn zoveel variabelen dat je het een beetje moet uitvogelen eenmaal op locatie , maar hou de camera wel op ISO 100 om je ruis tot het minimaal te beperken. De sluitertijd is van ondergeschikt belang in dit geval.
Uiteraard kan je nachtfotografie alleen met behulp van een statief beoefenen.
En vaak fotografeert men in het zogenaamde blauwe uurtje dan is de lucht niet pikzwart maar donker blauw. Ook een afstandbediening is behulpzaam of fotografeert met een vertraging van bijvoorbeeld 2 seconden zelfs de knop van de camera indrukken kan bewegingsonscherpte geven.

Even een voorbeeld vanuit de praktijk je wilt wat architectuur fotograferen het diafragma staat op 6.3 en de camera staat op A diafragma voorkeuze en je ISO staat op 100 vervolgens blijkt door de slechte weersomstandigheden dat de sluitertijd te traag is om uit de hand te fotograferen ( 50 mm = min 1/50 sec ). Nu kan je twee dingen doen het diafragma groter zetten bijvoorbeeld zoals mijn lens naar F3.5 of het ISO hoger zetten naar 200 of 400 enz enz. Bedenkt wel dat een hogere ISO meer ruis geeft zeker in de donkere gebieden.
Wat ik persoonlijk haast altijd doet is een licht statief meenemen zeker als je interieurs gaat fotograferen want dan kom je altijd licht te kort. Een bijkomend voordeel is dat je dan gelijk wat HDR foto,s kan maken.

Je kan de sluitertijd van een camera niet in zijn geheel los zien van andere instellingen zoals diafragma en ISO instellingen. Als je de basis principe van deze drie instellingen begrijpt worden je resultaten wat fotograferen betreft snel beter want dan weet je wat mogelijk is en wat onmogelijk is.
En uiteraard zijn er altijd uitzonderingen op de regel.
